Dit genootschap werd te Amsterdam opgericht op 29 juni 1814. Binnen enkele weken ontston­den op een aantal andere plaatsen in Nederland bijbelgenootschappen, die zich alle verenigden tot het Nederlandsch Bijbelgenootschap, dat in november 1915 voor het eerst in algemene vergade­ring te Amsterdam bijeenkwam.

Als doel stelde het genootschap zich de verspreiding van de bijbel in zijn geheel of in gedeelten, zonder aantekening of uitlegging, binnen of buiten het vaderland, in 't bijzonder in zijn overzeese gewesten. Voor dit doel vond het medewerking in alle Protestantse kerken en ook bij de Oud-katholieken en de jaren door is het Bijbelgenootschap een der lichamen geweest, waarin vertegenwoordigers van al deze kerken van harte samenwerkten. Zo is het nog steeds een der voornaamste samenbindende factoren in de Nederlandse kerkelijke wereld. [1])     

            

 Gützlaff trad tijdens zijn verblijf in Nederland ook met het NBG, dat zijn arbeid ondersteund had, in verbinding. Op zijn verzoek had op 5 april een samenspreking plaats. Hij gewaagde van de hem herhaaldelijk betoonde belangstelling en deed allerlei mededelingen m.n. over zijn nieuwe Chinese vertaling van de bijbel en door hem bewerkte Japanse vertaling van het NT. Hij had nog bijzondere hulp nodig "voor de begonnen bijbelvertaling in de talen van Coria, van Mantshoe-Tartarije, Mongolië, Tibet en Dsoengarije". Het Genootschap stelde voor:      

I. "of bij te dragen voor de stereotypuitgaven des Bijbels in het Chineesch";                   

II. "of te bevorderen de vertalingen van het NT in de talen van Kambodja en der Laos";                    

III. "of ondersteuning van het werk der Bijbelvertaling voor Coria";               

IV. "of der vertalingen in het Tibetaansch en Dsoengarisch, terwijl Gützlaff hoopte, dat ons vaderland, als daartoe het naaste, bijzonder den arbeid voor Japan zou ondersteunen."


De reeds grote eerbied der Bestuurders voor zijn "zeldzame begaafdheid en buitengewo­ne ijver" werd door de samenspreking nog versterkt, maar zij gaven hem toch geen grond om te verwachten dat het Genootschap aan zijn wensen gevolg zou geven en bepaalden zich tot de toezegging, deze aan de Algemene Vergadering te zullen voorleggen. Enige maan­den later, 25 juli, legden zij ze haar ook voor, maar niet zonder er tevens aan te herinneren, dat zij vrijwel diezelfde wensen al 10 jaar geleden ter kennis van de Vergadering hadden gebracht, die toen verklaard had niet in staat te zijn de gevraagde ondersteuning te verlenen; ook wezen zij er op, dat de Vergadering reeds 20, ja 30 jaar geleden de zorg voor de Chinezen in onze Oost-Indische bezittingen geacht had rechtstreeks tot haar roeping te behoren. [2])                            

Met oudhollandse bedachtzaamheid schoven zij de zeer verstrekkende en misschien ook niet genoegzaam voorbereide plannen van Gützlaff terzijde. Niet dat zij niets voor hem wilden doen, maar behalve dat zij rekenden met de beperktheid hunner middelen, vroegen zij zich af, wat op de weg van het Genootschap lag. Op de Algemene Vergadering stelde de afgevaardigde van Rotterdam voor, dat er een bedrag, door het hoofdbestuur vast te stellen i.v.m. de stand van de kas en de bestaande verplichtingen, zonder meer ter beschikking van Gützlaff zou worden gesteld, maar dit vond geen ingang. Besloten werd hem ¦1000,-- te doen toekomen, met de aanwijzing, dat dit bedrag moest dienen "ter bevordering van de druk van het Chinese NT", terwijl daar nog aan werd toegevoegd, "dat men later exemplaren daarvan wenste te ontvangen, ter distributie in onze Oost-Indische bezittingen." De afgevaardigde van Leiden vroeg nog, of men niet d.m.v. Gützlaff zou trachten iets te doen voor Japan. [3])                

Naar aanleiding hiervan werd besloten, dat men hem zou vragen een afschrift van zijn vertaling van het NT in het Japans, ten einde die te kunnen laten onderzoeken, hetzij te Leiden, hetzij te Decima. [4])           

Van 1950 tot 1953 was Rob H. Kramers in dienst van de NBG te Djakarta, en van 1953-64 was hij secretaris in Hongkong, waar hij hielp met de vertaling in het Chinees van Rev. Lü Chen-Chungs

nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament. Deze zou de Union Version van de Mandarijnse bijbel moeten gaan vervangen. [5])    

 



[1]            Boissevain, ed. p.316 dl ll.1943                               

     [2]       Handelingen der 36ste Algemene Vergadering van het NBG,   A'dam, 1850, p.65-66.

     [3]       Guido Verbeek was uit Zeist afkomstig en werd door Gütz-  laff geïnspireerd. Hij was ingenieur, studeerde theologie  in de USA en werd een eenling-zendeling naar het model    van Gützlaff in China.  

     [4]       Dr.Karl Gützlaff en het Nederlandsch protestantisme in    het midden der vorige eeuw, door Prof. dr. A.Goslinga,  p.32-33.

     [5]       The Bible Translator, Vol. 5, no.4., October 1954.