Het 'Nederlandsch Zendelinggenootschap ter voortplanting en bevordering van het Christendom, byzonder onder de heidenen', is opgericht op 19 december 1797, op initiatief van de late­re zendeling in Zuid-Afrika, dr. J.Th. van der Kemp, in navolging van de London Missionary Society (1795). Daarnaast waren ook het Deutsche Christentum Gesellschaft en de Baseler Mission van invloed. [1])  

Art.2 van de Algemene Bepalingen luidde:      

"Het genootschap wil gehouden worden voor een algemeen Christelijk Genootschap, dat alleen ten doel heeft om het ware en weldadige Christendom, zoals het in de boeken des Ouden en des Nieuwen Testaments is vervat en in de twaalf artikelen der algemeene Christelijke geloofsbelijdenis is uitgedrukt, zonder bijvoeging van menschelijke leerbegrippen, eenvoudig en oprecht in de harten der menschen in te planten". Het opschrift op zijn zegel was: "Vrede door het bloed des kruizes". [2])            

Het NZG was ontstaan in een tijd van weerzin over godsdienstoorlogen, van christen­dom boven geloofsverdeeldheid en heeft daarom steeds zijn traditie willen vasthouden van aller­lei stromingen in de kerk te willen omvatten.

In de beginperiode van het NZG kwam het Verre Oosten reeds geregeld ter sprake. Het Genootschap wilde in China stichtelijke geschriften verspreiden, maar zag geen oplossing voor het probleem, wie deze kon vertalen en hoe men de verspreiding moest regelen. In 1804 kwam Japan voor het eerst op de agenda van de vergaderingen. De directie zag geen enkele mogelijkheid tot enig zendingswerk vanwege de negatieve houding van de Japanse overheid tegenover het Christendom van de Nederlandse handelaren.[3]) Het kon ook pas in 1813 met uitzending beginnen. De eerste zendeling was Joseph Kam, de "Apostel der Molukken".

Toen het Genootschap later onder invloed der moderne richting kwam, keerden velen zich af, en stichtten de Nederlandse Zendingsvereniging (1858) en de Utrechtse Zendingsvereni­ging (1859), die resp. op West-Java en Nieuw-Guinea/Oost-Indonesië werkten. Het NZG, dat in de tweede helft van die eeuw weer een meer rechtzinnige koers ging varen, werkte vooral op Oost-Java, Celebes en Deli.

Door samenwerking der grote Zendingsverenigingen werd in 1905 de Nederlandse Zendingsschool te Rotterdam gesticht, die in 1917 naar Oegstgeest werd verplaatst. [4])            

Tijdens Gützlaff's verblijf in Rotterdam, van 1823 tot 1826, was de bekende Haagse predikant Dirk Molenaar directeur van het NZG. Deze hield nauwe relaties met de Reveilfigu­ren Dirk Hogendorp en Willem de Clerq. [5]) Zijn opvolgers waren ook Reveilpredi-kanten: Henri Merle d'Aubigné uit Brussel (1825-1834) en Louis Gabriël James uit Breda (1827-1835 ). [6])



     [1]       Dr. J. Boneschansker, Het Nederlandsch Zendeling Genootschap in zijn eerste periode.

     [2]       Handelen en denken in dienst der zending, Mr. S.C.Graaf van Randwijck, p.69.

     [3]       Boneschansker, p.77.

[4]            Beknopt leerboek der Kerkgeschiedenis door H. Berkhof en dr. N.M.H. van der Burg. 1948, p.175v.

[5]            Boneschansker, p.187.

[6]            Algemene Vergadering NBG, A'dam 1850