Eind oktober 1987 bracht een zeven man sterke delegatie een bezoek aan een drietal Europese landen, waaronder Nederland. De reis vond plaats in het kader van een nadere kennismaking met de verschillende organisaties waarmee de officieuze diakonale arm van de Chinese kerk contacten onder houdt.  

De delegatie bestond uit: secretaris‑generaal Han Wenzao, 'tweede man' Zhang Bingduo, Ting Yen Ren (zoon van K.H. Ting), de coördinator van het onder wijs programma, twee bestuurs leden (onder wie bisschop Wang Shenyin) en twee medewerkers. Zij bezochten Nederland op uitnodiging van Dienst Over Grenzen, de organisatie waarmee het directe contact bestaat. Op woensdag 28 oktober arriveerde de groep op Schiphol uit Hamburg, waar men een ontmoeting had gehad met vertegenwoordigers van diakonale‑ en zendingsorganisaties uit verschillende Europese landen. Tijdens de daarop volgende dagen werden bezoeken gebracht aan verschillende instituten voor gehandicapten‑ en blindenzorg. Daarnaast was er in het Hendrik Kraemer Instituut te Oegstgeest een openbare bijeenkomst met de pers en andere belangstellenden, en vonden er meerdere ontmoetingen plaats met vertegenwoordigers van de organisaties die de uitzending van de twee Nederlandse leerkrachten financieel ondersteunen: de hervormde en gereformeerde organisaties voor zending en werelddiakonaat, ICCO, SOH en de Doopsgezinde Zendingsraad.            

Men vertelde er voornamelijk over de situatie van de Chinese kerk en het werk van 'de Amity Foundation', het diakonaat van deze kerk, dat o.a. het initiatief tot het plaatsen van bijbel drukpersen in Nanjing genomen heeft. [1]


Wenzao Han zei dat hij in het begin, in 1979 toen de koers van de Chinese kerk plotseling veranderde, niet goed kon geloven dar zij iets ruimer adem konden halen. Het duurde wel twee jaar eer hij aan zijn nieuwe vrijheid gewend was. Voortdurend kampte hij met de vrees dat een nieuw vlaag van waanzin over het land zou gaan en christenen opnieuw in het hoekje zouden zitten waar de slagen vielen. De leden van de delegatie werd gevraagd, hoe zij de jaren van de Culturele Revolutie doorgekomen waren. Bisschop Shenyin Wang, vice-voorzitter van de christelijke raad van China, het bestuursorgaan van de Chinese kerk, vertelde, dat hij zich in zijn huis had teruggetrokken om de Dode-Zee-Rollen te vertalen; Zong Guan Luo had wat rondgedwaald in het lege gebouw van zijn YMCA en zo nu en dan fluisterend geestelije liedere gezongen; de jonge Yenren Ting zegt dat hij naar het platteland was gestuurd en sterk onder de indruk was geweest van de leuzen van de Rode Garde, maar later was gaan beseffen hoe zinloos die waren. Duidelijk was dat ze niet graag over die moeilijke jaren spraken. Ze riepen teveel herinneringen wakker. Dat was ook al zo, toen in 1980 in Shanghai een groepje christenen bijeen kwam om ervaringen uit te wisselen. Zwijgend keken ze elkaar aan. Over echt vreselijke ervaringen spreek je niet gemakkelijk. Toen stelde iemand voor, 'Laten we maar praten over wat we nu willen,' [2]) Het bezoek van de delegatie werd op zondag 1 november afgesloten in de Doopsgezinde Singelkerk in Amsterdam, waar het echtpaar Erica en Hector Poventud-Boeke toebehoort. Zij zijn namelijk door bemiddeling van Dienst Over Grenzen (DOG) uitgezonden naar China, waar zij beiden Engels onderwijzen aan studenten. De predikante mw. N. Treffers-Mesdag had hen uitgenodigd om een dienst in de 'thuiskerk' van dit echtpaar bij te wonen, van wie enkele kinderen de dienst bijwoonden.

In zijn preek getuigde bisschop Wang van de bron van inspiratie waaruit christenen in China heden ten dage putten. Ook benadrukte hij het authentieke karakter van het Chinese christen dom en maakt hij gewag van de groei en het toenemende zelfver- trouwen van de Chinese kerk [3])



     [1] Friesch Dagblad 3 november 1987; Centraal Weekblad 13 november 1987.

     [2] Jan J. Cappelleveen in Vandaar, februari 1988, 14e jaargang no.2

     [3] Omkeer, 6e jrg. februari 1988.