Papa en Mama Kwong
Papa en Mama Kwong

Mevrouw Kwong, een Chinese evangeliste uit Swatow en leidster van meer dan 300 huisgemeentes, werd in november 1983 uitgenodigd door Open Doors (Kruistochten) om een tournee door Europa te maken om haar getuigenis te vertellen. Zij verbleef in ons land van 23 t/m 27 november, waar zij achtereenvolgens sprak in Leeuwarden, Den Haag, Winterswijk, Utrecht, Apeldoorn. In laats genoemde plaats was ik zelf aanwezig. Zij gold als de eerste verte-genwoordigster van de huidige opwekkingsbeweging in de niet-gere-gistreerde kerk van China, die Europa bezocht. "Momma Kwong" was ook achter de schermen aktief in het "Projekt Parel" dat in 1981 leidde tot de levering van één miljoen bijbels aan de Chinese christenen.

De familie Kwong heeft zwaar geleden onder het bewind van de overleden voorzitter Mao en in die tijd was zij staatsvijand nummer één, omdat ze ondanks de vervolgingen niet ophield met te getuigen van Jezus Christus. Haar elf-jarige zoon werd doodgesla-gen door de Rode Gardisten. Haar man zat acht jaar gevangen en zelf zat ze drie keer om haar geloof gevangen. Maar haar getuigenis leidde zelfs tot de bekering van vele jonge Rode Gardisten. Zij waren het die haar "Momma" (moeder) noemden. [1])

Zij vertelt: "Twee jaar na de communistische machtsovername, dus in 1951, richtte de Chinese regering van Mao Tse Toeng de protestantse 'Drie Zelf Beweging' op. Dit werd gedaan om de christenen in China onder controle te krijgen en om door een nauwe samenwerking tussen regering en kerkleiding de buitenlandse invloeden uit te bannen. Predikanten en ouderlingen die niet mee wilden werken aan dit verbond met de atheïstische regering, werden zonder pardon gevangen gezet of gedood. De buitenlandse zendelingen waren natuurlijk direkt al het land uitgezet.

In 1958 was het programma van de 'Drie-Zelf-Beweging' zo goed als geheel voltooid. Er waren nu alleen nog enkele rege-ringsgetrouwe kerken. Daarbuiten was iedere godsdienstoefening verboden. Maar Gods Geest werkte in de harten van de gelovigen.

De kerk was aan banden gelegd, maar de Heilige Geest gaat waar Hij wil. Gods dienstknechten, die een theologische opleiding gevolgd hadden, waren gevangen genomen of gedood. Maar het werd duidelijk dat de gemeenteleden die taken moesten overnemen. Eerst begonnen zij kleine huissamenkomsten in de dorpen, van hooguit twintig mensen. Later kwamen deze groepjes ook in de steden samen. Er bleek een grote honger te zijn en al snel groeiden deze huissamenkomsten tot enkele honderden bezoekers, waarbij de mensen op hun tenen stonden om maar zo weinig mogelijk plaats in te nemen. Zitten was er niet bij. Het persoonlijk evangelisatie-werk onder vrienden, buren en dorpsgenoten bleek een sneeuwbaleffect te hebben. Zelfs hele dorpen kwamen tot geloof in Christus.

Van 1958 tot 1966 werd het steeds duidelijker dat een satanisch plan werd uitgevoerd om de gemeente van Jezus Christus uit te roeien. Toch voegde God dagelijks toe aan de kring die behouden werd.


Wij brachten vooral de boodschap van het kruis. Deze boodschap werd goed begrepen want wij spraken niet allleen over het kruis, we beleefden wat het kruis betekende. Toen kwam de 'Grote Proletarische Culturele Revolutie'. Voorzitter Mao Tse Toeng hield van 1966 tot 1969 een langdurige en radicale massacampagne. Hij maakte hierbij gebruik van de Rode Gardisten. Mao wilde het denken van het Chinese volk veranderen. Niet het eigenbelang, maar het algemene belang moest voorop staan. Iedereen moest het ontgelden, maar vooral zij die als christenen de liefde predikten. In het begin hielp de DZB nog mee met de inbeslagname van bijbels, die dan op grote hopen werden verbrand. Maar later werden ook deze kerken gesloten en enkele voorgangers gevangen gezet.

De evangelisatiewerkzaamheden bleven bij de partijfunctionarissen niet onopgemerkt. Op een dag kwamen de Rode Gardisten ook bij ons. De Heer had mij reeds duidelijk gemaakt dat ik mijn bijbel moest verstoppen. Zij eisten adressen, waar huissamenkomsten werden gehouden en inlevering van bijbels. Wij weigerden zowel het een als het ander. Toen ze ons huis binnendron­gen, werden touwen om onze nek gebonden. Ons haar werd afgeschoren en het hele huis werd onderzocht. Drie dagen en nachten gingen bleven zij zonder slaap en zonder eten. Ze vernielden de oven in de keuken en sleepten alle huisraad naar buiten. Onze vier kinder­en waren allen nog onder de tien jaar. (Elders is sprake van één tot elf jaar).Ook zij moch­ten zich niet bewegen. Met geweren op ons hart gericht ondervroegen zij ons. Maar God leidde ons om niets te zeggen. Wij hielden onze mond al die tijd gesloten. ze dwong ons om in een gebukte houding te staan met een strak gespannen touw om de nek. Drie dagen lang ston­den wij zo zonder eten en zonder slaap. Toen bleek dat wij niets zouden zeggen, gingen ze de kinderen ondervragen. 'Geloof je in Mao of in Jezus Christus?' vroege de Rode Gardisten. Tenslot­te strekte onze oudste zon zijn handen omhoog en riep uit: 'Ik wil in Jezus christus geloven!' Ze sloegen alle vier de kinderen. Maar toen ook zij niets wilden vertellen over de christenen, grepen ze de oudste en gooiden hem op de grond. De Rode Gardist schreeuwde: "Als je niets wil zeggen, zal ik je doden'. Hij begon hem vreselijk te slaan. Zijn tanden vielen uit zijn mond en de slagen waren zo hevig dat hij zijn benen brak".

"Mijn zoon lag daar zo goed als dood op de grond. De Rode Gardisten namen mijn man mee naar een werkkamp. Ik heb toen gebeden of mijn zoon beter mocht worden. Ik haalde de bijbel uit de geheime bergplaats en las Openbaring 1:9. Vooral de woorden

'deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk' gaven mij de overtuiging dat dit sloeg op mijn tienjarige zoon, die ik zo innig lief had. Zou hij nú al naar de hemel gaan? Ik kon het niet accepteren. Maar mijn zoon zei: 'Moeder, als de mensen dood gaan dragen ze zwarte kleren, maar ik wil witte kleren'. Ik heb toen witte kleren voor hem gemaakt. Kort daarop was ik met nog enkele christenen in de kamer (in een ziekenhuis) waar mijn zoon lag. Samen knielden wij neer en ik bad of God zich wilde openbaren. De ramen waren ges loten maar plotseling kwam er een sterke wind en de ramen waaiden open. Het was alsof de Here Zelf binnenkwam. Ik zag de vreugde op het gezicht van mijn zoon. Wij hadden alle grote blijdschap. "Moeder, tot weerziens,' zei mijn zoon. Toen stierf hij. Momma Kwong duidt dit achteraf als een martelaarschap voor de Naam van Christus. In een lied dat zij op muziek gezet hadden zong het echtpaar: "De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de Naam des Heren zij geprezen". 

Kort na het overlijden van Peter mocht ik nog een keer die hemelse vreugde ervaren. Toen ik op een morgen in gebed was, zag ik mijn zoon. Hij droeg witte kleren. Ik volgde hem naar een grote troon en om die troon stonden allemaal kinderen en mijn zoon ging op de voorste rij ziten. (De heiligen zongen "heilig, heilig, heilig", merkwaardigerwijs op de melodie van Gezang 457, dat dus kennelijk in China bekend is.) Boven de troon waren allemaal engelen. Eén van de engelen kwam naar mij toe en vroeg; "Ben je gelukkig?" Ik zei: "Ja, ik ben gelukkig, want deze plaats is zo vol van vreugde en vrede." Ik zag toen een ontelbaar aantal gouden stoelen. Heel veel stoelen waren leeg. Ik vroeg waarom zoveel stoelen nog leeg waren. De engel zei: "Je moet teruggaan en het evangelie vertellen, zodat het over de gehele wereld gepredikt zal zijn, tot het getal vol is".


Na deze ervaring heb ik de broeders en zusters verteld wat ik gezien heb. Ze waren blij om te horen hoe het zal zijn bij de Heiland. Dit getuigenis gaf hun moed om vrijmoedig te blijven spreken over de Here Jezus Christus. In de daaropvolgende periode zijn velen mijn zoon naar de henel gevolgd. Sommigen zijn zelfs levend begraven. Iedereen die niet communist of Rode Gardist was werd eigenlijk als tegen stander gezien. Maar de christenen ston den boven aan de lijst van verdachte personen. Zij werden de 'knechten van de imperialisten' en 'vijanden van het volk' genoemd. Maar ondanks dat kwamen erg veel mensen tot geloof. ook in de gevengenissen werkte God door zijn kindren. Veel gevengenen bekeerden zich tot God. Ook baden we met zieken en velen werden genezen.    

Toen ik, na zelf een tijd gevangen te zijn geweest, werd vrijgelaten, kwamen zo'n 3000 mensen bij elkaar om te luisteren naar Gods Woord. Wij mochten gebruik maken van een ziekenhuis zaal; de doktoren en verpleegsters hadden daar voor gezorgd. Alle zieken werden binnengebracht. Door Gods genade werden de meesten van deze (soms ongeneeslijke) zieken genezen. Bij de deur lag een ernstige zieke met huidkanker. Hij kon niet worden binnengedragen omdat de zaal propvol zat. Aan het eind van de dienst mochten we ook met hem bidden. Na zeven dagen konden de doktoren geen spoor ontdekken van de ziekte waaraan hij leed. Tijdens de samenkomst waren zelfs enige communistische politieagenten genezen, die aan een ziekte hadden geleden. 

Een andere keer werden we tijdens een samenkomst ingesloten door Rode Gardisten die ons wilden arresteren. Maar plotseling hoorden wij prachtige liederen. Er moet zich een leger engelen om ons heen gevormd hebben. Ook de Rode Gardisten hoorden de hemelse liederen en werden heel stil. Zij gingen één voor één naar huis om hun ouders en familieleden te halen. Velen van de Rode Gardis ten en hun familieleden kwamen tot bekering. God beschermde ons op allerlei manieren. Nog het meest door onze angst weg te nemen, waardoor wij met volle vrijmoedigheid Gods liefde konden uitdra- gen.  De overheid liet christenen gevangen zetten, maar ook daar getuigden ze van hun geloof, en leerden hun medegevangenen zingen en bidden. Als Jezus in de gevangenis is, wordt de gevangenis een hemel. Plaatselijke partijfunctionarissen werden er radeloos van. Ze maanden hun politieambtenaren om strenger op te treden, maar ze zeiden, dat enerzijds de gevangenissen te klein zouden zijn om alle christenen te bevatten, anderzijds dat de christenen in hun dagelijks leven en werk tot de ijverigste en beste burgers behoorden. Een berucht dief had getuigd, dat slaag en gevangenisstraf hem niet had kunnen veranderen, maar Jezus Christus wel.  

Volgens de schattingen van Momma Kwong waren er na de zware vervolgingen, die in 1979 ophielden, 30 miljoen christenen in China. Eind 1981 waren er 50 miljoen. Halverwege 1982 al 75 miljoen en eind 1983 ruim 100 miljoen. Zij noemt dit oogst van wat tijdens de zware vervolgingen is gezaaid. Zij trekt een parallel met Zuid‑Korea waar ook na een periode van lijden een geweldige opwekking bezig is. Zij is ervan overtuigd dat dit een goed bijbelse lijn is: door lijden tot heerlijkheid. De verloren zoon ging terug naar de vader door lijden. 


Vandaag is ons grootste probleem: het gebrek aan bijbels. Nog steeds neemt het aantal christenen toe, maar bijbels ontbreken. Zelfs Chinese hoffelijkheid schiet tekort, als het om bijbels gaat. De gelukkige bezitters zijn er zo zuinig op, dat uitlenen er amper bij is, uit angst dat men de bijbel nooit meer terug zal zien. In sommige provincies van China is er een bijbel op meer dan honderdduizend christenen. Tegen die achtergrond componeerde Momma Kwong een lied: "Heer, stuur een bijbel". Dat gebed is in zoverre verhoord, dat de stichting Kruis tochten er in geslaagd is, tot op heden anderhalf miljoen bijbels naar China te brengen. Ik was zo blij toen ik van 'Kruistochten'‑medewerkers de eerste bijbels kreeg om door te geven. We knielden samen neer en huilden van vreugde. 'We zijn dus toch niet alleen! Er wordt voor ons gebeden en mensen uit het buitenland zijn bereid om ons Gods Woord te brengen!', was onze eerte gedachte. Ik weet nog dat we enkele jaren geleden 900 bijbels van 'Kruistochten' ontvingen. Ik mocht ze in minder dan geen tijd verspreiden. Niet aan 900 christenen, maar aan 900 verschillende huisgementen waarvan de meesten tussen de 300 en 1000 christenen tellen. Twee jonge voorgangers hadden 600 kilometer gelopen om voor hun gemeente een bijbel op te halen. Ze gingen met vreugde de hele weg terug. Ja de bijbel is het allerbelangrijkste dat wij nu nodig hebben. Hoe kunnen wij anders tegen de tienduizenden pasbekeerde zeggen: 'Gehoorzaam het Woord van God", als ze dat Woord niet kennen?  [2])     

 

Mama Kwong stierf op de leeftijd van 78 in Southern California op donderdag 27 januari 2011, na een gevecht tegen kanker.[3]



     [1] 'Kruistochten', augustus 1983 nr 139.

     [2] 'Kruistochten', april 1981, nr. 112. In dit artikel wordt haar naam nog niet vermeld.