Piet Klaver werd op 23 januari in de zeer strenge winter van 1890 in Broek in Waterland geboren en was de jongste van zes kinderen in een christelijk gezin. Zijn vader, Jan Klaver, had een bakkerij in Amsterdam. Op 17 mei 1907 kwam Piet Klaver in een Leger des Heils samenkomst tot bekering. Gedurende 1909 ging hij naar de kweekschool van het Leger des Heils en was heilsofficier totdat hij in 1911 overstapte naar de pinksterbeweging. Zijn eerste kennismaking met de pinksterbeweging vond plaats juist voordat hij de kweekschool verliet. Hij bezocht een samenkomst aan de Nieuwe Prinsengracht, waar Arie Kok sprak. In 1911 bezocht Klaver nogmaals een pinkstersamenkomst. Polmans prediking over de wederkomst van Christus en de opname van de gemeente gebaseerd op 1 Thess. 4:16-17, was geheel nieuw voor hem. Hij begon de Spade Regen bladen te lezen en bad voor de doop met de Heilige Geest. Tot zijn teleurstelling gebeurde dit niet onmiddellijk. Na de woensdagavond samenkomst op 31 mei 1911 drong zijn vriend bij hem aan om na te blijven voor gebed. Klaver voelde zich moe, maar om zijn vriend een plezier te doen stemde hij toe. Hij knielde en dacht: "Je kunt lang bidden, voordat ik met de Heilige Geest gedoopt zal zijn". Plotseling kwam de Geest over hem en hij sprak vloeiend in tongen. Klaver wist zich geroepen voor het zendingsveld. Na zijn opleiding aan de zendingsschool in Amsterdam, die hij eveneens samen met Trijntje Bakker en Geertje Roos in 1912 begonnen was ging hij in maart 1914 voor verdere training naar de Pentecostal Mission Union in Londen in de King Edward straat.[1])

Een maand na zijn aankomst vertrok Ida (Idigje) de Vries, die reeds sinds september 1911 in de vrouwelijke trainingschool van de PMU te Londen was, in april 1914 naar China. Vanwege ziekte moest zij echter in februari 1916 terugkeren.[2])

Op 24 december 1915 ging Klaver op de boot om naar China te vertrekken met het doel Arie Kok en Elize Scharten in Likiang te helpen. Bij zijn afscheidsdienst in Amsterdam waren zo'n 400 mensen aanwezig geweest. De reis naar China was niet zonder gevaar, want zij was in het begin van de duikbootoorlog tussen Duitsland en Engeland.


Hij zou eerst een week eerder gegaan zijn met een andere boot, maar door enkele "toevalligheden" ging dit niet door en kwam hij op de "Medina" terecht. Toen hij bij Malta kwam, vernam hij dat de boot waarmee hij oorspronkelijk zou gaan, verongelukt was.

Via een verblijf in Hongkong bij het gezin van zendeling Hammond, waar hij zijn eerste indrukwekkende samenkomst meemaakte in de Chinese taal met broeder Mok Lau Chi, een pinkstervoorganger, kwam hij in februari 1916 aan in Yunnanfu, waar hij een kamer deelde met William Boyd, een student die hij nog kende van de bijbelschool in Londen. Na zijn aankomst begon hij ogenblikkelijk de Chinese taal te leren.

Het was in april 1916 dat hij zijn vrouw Rose Waters uit Liverpool leerde kennen. Zij was drie maanden vóór hem uitgezonden door de PMU. In mei 1917 kwam hij bij broeder Arie Kok in Likiang aan, waar uiteindelijk zijn arbeid zou zijn. Hij zou voorlopig bij de familie Kok blijven om ook de Tibetaanse taal te leren. Voor hij in februari 1918 trouwde heeft hij in die dagen ook nog enkele reizen naar Tibet gemaakt. [3])

Na het vertrek van Arie Kok in 1919 wegens ziekte nam hij de leiding van de zendingspost over. Tijdens zijn verlof bracht Klaver in 1925 een bezoek aan Velbert, waar vanuit Amsterdam, sinds Arie Kok daar in 1908 de boodschap met de Heilige Geest had gebracht, een bijzondere band was ontstaan.[4]) Dit bezoek had tot gevolg, dat er vanuit Velbert eveneens zendelingen uitgingen naar Likiang, waardoor er tevens een samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse zending ontstond.

Toen hij Likiang in 1927 moest verlaten week hij in 1929 op uitnodiging van J. Thiessen uit naar Java, waar hij tot 1933 zou werken. Op 30 juni 1933 werd hij voorganger van de pinkstergemeente te Amsterdam. Al gauw werd Klaver een van de leidinggevende figuren in Pinkster Nederland. In 1937 begon hij met de uitgave van Kracht van Omhoog. Het verscheen aanvankelijk als een plaatselijk blad van de pinkstergemeente te Amsterdam. Het telde vier pagina's en had een geringe oplage.

Klaver leidde de gemeente tot 1956, toen hij de leiding overdroeg aan E. Schuurman. Nadat Klaver in 1956 afscheid had genomen van de gemeente te Amsterdam, bleef hij actief in het landelijk werk. Als voorzitter van de Broederschap van Pinkstergemeenten werkte hij in 1960 mee aan de tot standkoming van de Nederlandse Pinkster Bijbelschool te Groningen. Verschillende malen bezocht hij het zendingswerk van zijn zoon Paul Klaver, die in 1949 uitgezonden waren naar Belgisch Congo; later werkten zij in Rhodesië en Zuid-Afrika. De laatste jaren van zijn leven verbleef Piet Klaver bij E.A. Graf in Groningen, waar hij op 3 mei 1970 overleed.



[1] Herinneringen van Pinksterpionier, deel IV, 'Kracht van omhoog', 12-2-1965 (autobiografie).

[2] Herinneringen van een Pinksterpionier, Kracht van omhoog 28/16, 12 februari 1965.

     [3] Idem, deel V, Kracht van Omhoog, 28/19, 26 maart 1965.

     [4] Pinksteren in Beweging, p.20.